De Samojeed

De Samojeed dankt zijn naam aan een Siberisch nomadenvolk. Deze mensen werden Samojeden genoemd. Die naam zou ‘kannibalen’ betekenen, wat een erg vreemde naam is voor een bijzonder vreedzaam levend volk. Er zijn verschillende Samojedenstammen, zoals de Nentsi, de Entsi, de Sel’koep en de Nganasan.

  • Herkomst: Siberië, Rusland
  • Levensverwachting: 12 tot 13 jaar
  • Temperament: Eigenwijs, Sociaal, Levendig, Alert, Vriendelijk, Speels
  • Hoogte: Teef: 48–53 cm, reu: 53–60 cm
  • Gewicht: Teef: 16–20 kg, reu: 20–30 kg
  • Kleuren: Wit, Wit met biscuit, Crème
In het kort

De Samojeed is een sociale, open en vriendelijke hond. Hij is vrolijk en speels van aard. Hij heeft in geringe mate een jachtinstinct. Kenmerkend voor het ras is de ‘Samojedenglimlach’, die wordt bepaald door de typische oogvorm en -plaatsing, en de licht omhoog lopende mondhoeken. Hij blaft graag en zal bezoek altijd aankondigen. De Samojeed is een sportieve hond die veel beweging nodig heeft. Hij is onvermoeibaar en sterk. Hij doet niets liever dan met zijn baas mee op pad mogen en is dan ook een voortreffelijke begeleider op wandeltochten.
Het ras is gezond; er zijn geen noemenswaardige erfelijke aandoeningen die in verband worden gebracht met het ras.

Herkomst

De oorsprong van de nomadenstammen van het Samojedenvolk ligt waarschijnlijk in Finland, vanwaar zij terechtkwamen op het Yamal schiereiland. Zij trokken over de uitgestrekte toendra met hun rendieren en honden. De rendieren voorzagen hen van vlees en huid voor voedsel en kleding. In de Siberische winter trok men naar de in het zuiden gelegen bossen, waar men wat bescherming vond tegen de gure kou. In de korte zomer dreef men de kudde naar het noorden, waar de rendieren de met mos bedekte bodem begraasden.

De Samojeed is de hond van deze nomadenstam die zijn naam direct aan hen ontleent. Een correcte benaming zou ‘Laika Samojedskaja’ zijn: ‘hond van het Samojedenvolk’. Het Samojedenvolk noemde witte honden zelf ‘Bjelkier’, dat ‘witte hond die wit vererft’ betekent.

Functie

De Samojeed hielp bij het hoeden van de kudde rendieren. Hij is dus in de eerste plaats een herdershond. Het Samojedenvolk gebruikte de rendieren als pakdier voor het dragen van proviand en hun bezittingen. Zij hadden hiervoor dus geen honden nodig. Wel trokken de honden in de zomer bootjes die gebruikt werden om rivieren over te steken. Daarnaast werd hij ingezet bij de jacht, waarbij men met name zijn snelheid waardeerde.

Een laatste taak, die heel bepalend is geweest voor de ontwikkeling van het karakter van het ras, was het fungeren als ‘warmtekruik’ in het bed van de kinderen. De honden werden bij de kinderen in bed gelegd om hen warm te houden.

hondenras-de-samojeed
hondenras-de-samojeed

Vriendelijk

Van veel oude stammen die oorspronkelijk poolhonden hield is bekend dat zij hun honden met hardheid bejegenden. Deze honden maakten geen deel uit van het gezinsleven, maar waren werktuigen die hun nut moesten bewijzen. Die volkeren selecteerden hun honden niet op een prettig karakter, maar op doorzettingsvermogen, wilskracht en gehardheid. Veel poolhonden in die tijd waren niet gemakkelijk. Vaak stonden zij bekend als snelle bijters. Vooral onderling kwamen nogal eens vechtpartijen voor als de honden bij elkaar konden komen, waarbij dikwijls dodelijke slachtoffers waren. De roedel keerde zich dan vaak tegen één exemplaar, dat bezweek onder de overmacht.

De Samojeed is een beetje een vreemde eend in deze bijt. Het Samojedenvolk behandelde hun honden goed. De honden werden binnen gehouden en zij dienden als speelkameraadje voor de kinderen. Een sociaal karakter en betrouwbaarheid waren voor deze mensen dus belangrijke eigenschappen van hun honden en men selecteerde hierop. Deze selectie op vriendelijk gedrag heeft in belangrijke mate het karakter van de Samojeed bepaald.

Engeland

In 1889 verbleef de Britse spoorweg ingenieur Ernest Kilburn Scott drie maanden bij Samojedenstammen. Hij keerde terug naar Engeland met een bruine pup met wit op borst, staart en benen. Hij gaf het dier als cadeau aan zijn vrouw Clara die de reu ‘Sabarka’ noemde. Zij showde hem onder de rasnaam Samojeed, naar het gebied waaruit hij afkomstig was. Tevens schreef zij in 1909 de eerste rasstandaard. Vier jaar later importeerde het echtpaar Kilburn Scott uit de westkant van de Oeral een crèmekleurige teef die zij ‘Whitey Petchora’ noemden. Zij werd gedekt door ‘Sabarka’ en uit deze combinatie werden witte, bruine en zwarte pups geboren.

Belangrijk voor de ontwikkeling van het ras in Europa was ook ‘Antartic Buck’. Deze reu had een expeditie naar Antarctica overleefd en was daarna in de Australische dierentuin terechtgekomen. Hij werd daar in 1908 uitgehaald door het echtpaar Kilburn Scott, waarna hij in Engeland als dekreu werd gebruikt.

Een andere reu, ‘Musti’, werd uit Siberië geïmporteerd. Hij was eigendom van Lady Sitwell, maar werd voor de fokkerij uitgeleend aan Clara Kilburn Scott.

In het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw vroeg mevrouw Kilburn Scott de kennelnaam ‘Farningham’ aan. De honden van het echtpaar Kilburn Scott vormden, samen met de honden die door ontdekkingsreizigers werden meegenomen, de basis voor het ras in Europa. In 1905 werd de Samo-jeed als ras erkend door de Engelse Kennel Club.

Poolexpedities

Al gebruikten het Samojeedse volk hun honden niet of nauwelijks als sledehond, bekend is dat de negentiende eeuwse poolonderzoekers deze honden wel voor hun slee spanden. Dit ging met wisselend succes. Het is lastig om nog te reconstrueren in hoeverre de Samojeden werden ingezet als sledehond, want aanvankelijk werden alle honden die uit Siberië kwamen Samojeed genoemd.

Karakter

De Samojeed is een vriendelijke, contactgerichte hond. Hij is graag dicht bij zijn baas en kan niet goed tegen afzondering. Een leven in de kennel is dan ook geen optie. Wel vindt hij het prettig om delen van de dag buiten te mogen lopen. Een goed omheinde tuin is daarbij een vereiste, want hij is van nature niet honkvast. Ook moet u er rekening mee houden dat hij erg graag graaft.

De Samojeed is verdraagzaam en gemakkelijk in de omgang. Hij is heel geduldig met kinderen. Natuurlijk is het toch belangrijk om de omgang tussen kind en hond te stroomlijnen, om te voorkomen dat de hond door de kinderen geplaagd wordt. Hij kan ook prima leren samenleven met andere huisdieren. Ten opzichte van seksegenoten kunnen reuen nog wel eens onverdraagzaam zijn.

De Samojeed is een veelvraat die al gauw vindt dat iets eetbaar is. Dit is echt iets om in de gaten te houden, want hij verorbert gerust zaken die werkelijk gevaarlijk voor hem zijn, zoals uw sokken, handschoenen of een kapotte bal.

Opvoeding

De Samojeed is onafhankelijk van aard; hij is wat je noemt een vrije geest. Hij handelt graag zelfstandig en heeft een groot probleemoplossend vermogen. Een slaafse gehoorzaamheid hoeft u van uw Samojeed dan ook niet te verwachten. Hij gedijt het best bij een opvoeding die kan worden omschreven als ‘een ijzeren vuist in een fluwelen handschoen’. U zult hem heel duidelijk de regels moeten bijbrengen die u belangrijk vindt en deze heel strikt hanteren. Maar tegelijkertijd vraagt hij om een prettige, rustige omgang en leert hij het gemakkelijkst als u de nadruk legt op wat hij goed doet in plaats van op de fouten die hij maakt. Belonen van gewenst gedrag is dus een belangrijk onderdeel van de opvoeding van de Samojeed.

Kleur

Voor de oorspronkelijke eigenaren en fokkers van de Samojeed was kleur niet zo’n belangrijk kenmerk van de hond. In het zuiden van Siberië kwamen gevlekte honden voor. In het noorden zag men vaker witte honden. Door de moeilijk bereikbare ligging werden de honden hier langere tijd zuiver gefokt. Er wordt wel gefluisterd dat men hier ook wel eens een loopse teef buiten vastbond zodat zij door een poolwolfreu gedekt werd. Dit zou het ontstaan van de witte honden verklaren. Over het algemeen gaat men er echter vanuit dat de oorspronkelijke kleur van de Samojeed wit was en dat de overige kleuren wijzen op het inmengen van andere poolhonden.

Sledehondensport

Samojeden tref je in de sledehondensport minder aan dan bijvoorbeeld de Husky. De Samojeden behoren meestal niet tot de snelste spannen, maar over het algemeen zijn zij wel het beste te sturen, omdat ze beter luisteren dan veel andere poolhonden en ook nu nog onderling minder problemen geven. De Samojeed is geen sprinter, maar meer een duurloper. Op de langeafstands-ritten komt hij dan ook veel beter tot zijn recht en hij kan hier bovengemiddeld scoren.

Gezondheid

Samojeden die worden ingezet voor de fokkerij worden onderzocht op heupdysplasie en op verschillende erfelijke oogaandoeningen. Het is goed om er alert op te zijn dat poolhonden doorgaans wat gevoeliger zijn voor narcose dan veel andere rassen. Daar komt bij dat veel dierenartsen het gewicht van de Samojeed te hoog inschatten door de enorme vacht. Hierdoor bestaat de kans van een overdosering. Het is dus zaak om uw dierenarts op de hoogte te stellen van de vermoedelijke overgevoeligheid en om het precieze gewicht van uw hond paraat te hebben.

Bron: Onze Hond